Stel, je wilt studenten een tekst laten schrijven binnen je vak. Een verslag van een onderzoek dat ze doen of een onderbouwing van een aanpak die ze gaan inzetten. Je vertelt ze hoe zo’n tekst in elkaar zit, welke elementen er minimaal in horen te zitten, hoeveel pagina’s het mag beslaan en je wijst natuurlijk even op APA. O ja, en de spelling en grammatica moeten natuurlijk wel op orde zijn, want daar wordt op gelet. Als er tijd is verwijs je de studenten nog even naar een best aardig voorbeeld dat op de digitale leeromgeving staat. Natuurlijk wel met de waarschuwing dat er niet geknipt en geplakt mag worden!
Dan nadert de inleverdeadline en de teksten druppelen binnen. Je scant er een paar om een indruk te krijgen: hmmm…hier word je niet blij van. Waarom wordt er zo spreektalig geschreven? En waarom zijn keuzes in het verslag niet onderbouwd? En hoe kan het nou dat er geen lijn zit in sommige stukken, want je hebt toch precies uitgelegd hoe de tekst in elkaar moet zitten? En waarom ontbreekt de conclusie?
Soms vraag je je af hoe je, zonder al te veel inspanning en tijd, studenten beter kunt voorbereiden op het schrijven van de tekst die je van ze verwacht. Je wilt graag dat ze snappen waaróm dat verslag of die verantwoording op een bepaalde manier wordt geschreven en hoe de verschillende onderdelen van die teksten samenhangen. Zodat het een tekst wordt die werkt; niet alleen voor jou als docent, maar vooral voor de beoogde lezer in de praktijk.
Genredidactiek kan dan houvast bieden: aan jou als docent én aan de studenten. Het is een beproefde aanpak om studenten stapsgewijs bekend en vertrouwd te maken met een bepaalde teksttype, ook wel ‘genre’ genoemd. Hoe het werkt? Eerst bouw je met studenten kennis op rondom het genre, bijvoorbeeld een onderzoeksverslag: in welke context wordt dit genre gebruikt? En wanneer in het onderzoeksproces? Wie schrijven en wie lezen eigenlijk die onderzoeksverslagen? En wie van de studenten heeft er al eens zo’n tekst gelezen of geschreven? Vervolgens wordt het genre geanalyseerd aan de hand van meerdere goede voorbeelden, ofwel: de tekst wordt uitgeplozen (en niet uitgepluisd ;-)). Dit is misschien wel de grootste kracht van genredidactiek. Hoe zit zo’n tekst in elkaar en waarom? Wat is het doel van de tekst? Wat voor een taalgebruik zie je? Door deze genreanalyse krijgen studenten grip op het hoe en waarom van de tekst. Niet door ze te vertellen hoe het moet, maar wel door ze te laten ervaren hoe het kan. Na deze stap hebben de studenten voldoende bagage om zelf aan het schrijven te beginnen: eerst met begeleiding, daarna zelfstandig.